zaterdag 31 december 2011
Eer past niet bij een dwaas
‘Zoals sneeuw niet bij de zomer past, en regen niet bij de oogst, zo past eer niet bij een dwaas.’
Sommige dingen gaan niet samen. Bijvoorbeeld onheiligheid gaat nooit samen met heiligheid. Daarom was er een afscheiding in Gods huis tussen de heilige plaats van God en de onheilige wereld daarbuiten. God krijgt alle eer en alle oneer is voor de dwaze wereld. Offers kunnen de dwaasheden van een mens niet verbergen er zijn steeds weer nieuwe. God geeft zijn eer niet aan een ander, leert de Bijbel. En nu komt het: Zie je wat Jezus heeft gedaan? Hij nam de oneer van de wereld op zich en bracht elke verloste onder Gods eer. De voorhang is niet langer nodig, we hebben vrije toegang tot Gods troon van genade. Dat betekent dat we nu net zo heilig zijn gemaakt als God zelf, door het bloed van Jezus. Het verschil tussen licht van God en duisternis van onze zonden bestaat niet meer: we zijn nu zelf licht en wandelen in het licht. Niets kan ons meer scheiden van God en zijn liefde. Eer past niet bij een dwaas, dat klopt, maar we zijn geen dwazen meer! We zijn nu Gods geliefde kinderen, kostbaar en hooggeschat.
vrijdag 30 december 2011
Zelfbeheersing
“Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht.”
Zelfbeheersing is een vrucht, geen wortel. Mensen denken vaak – zeker in deze tijd van het jaar: ‘Vanaf nu ga ik het beter doen.’ Ik ga minder eten en meer sporten, ik stop met roken en eet voortaan gezond. Ik ga sterk zijn en ik laat me niet langer overheersen door mijn verkeerde gewoontes [ander woord voor zonde]. Heb je gezien hoe vaak al het woordje ‘ik’ is gebruikt? Je kunt niet vanuit je wil zelfbeheersing voortbrengen, het is een vrucht van de Geest. De Geest van God vertelt je wat je gezegende positie bij God inhoudt en hoe je van daaruit mag regeren over elk terrein van je leven. De duivel wil je verleiden zelf de strijd aan te gaan met slechte gewoontes, maar je mag rusten in het volbrachte werk van Jezus. Dat is de zelfbeheersing die de Geest je schenkt. Blijf waar je bent, houd je positie bij God vast en laat je denken vernieuwen, deze kant op.
donderdag 29 december 2011
Overmatig honing eten
“Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin.”
Wie zijn keuzes laat bepalen door zijn ‘gevoel’, komt vroeg of laat bedrogen uit. Koning Saul verloor zijn koningschap omdat zijn gevoel zei, dat hij een offer moest brengen, terwijl de profeet had gezegd dat hij moest wachten. De duivel verleidde Eva door haar gevoel te misbruiken. De Bijbel zegt dat de verboden vrucht ‘begeerlijk’ was om van te eten. Het kostte de mens zijn gezegende plaats in de hof van Eden. Het motief om teveel te zoeken naar een goed gevoel, komt voort uit de behoefte geliefd te zijn. Dat is een prima behoefte, maar kan niet worden gevoed door tijdelijke genoegens. Die werken uiteindelijk uit dat je je niet geliefd gaat voelen. Je wordt veel te dik van al die honing, of je gevoel zegt dat mensen je afwijzen. Je behoefte geliefd te zijn wordt door God zelf gevoed. Neem van Hem zoveel je lust, dan zul je merken dat al het andere steeds minder aantrekkelijk wordt om je goed te voelen.
woensdag 28 december 2011
Geen troebele bron
“Een rechtvaardige die een goddeloze niet weerstaat, is als een troebele bron, een vergiftigde put.”
Van een rechtvaardige mag je verwachten dat hij het kwaad stopt en aan de kaak stelt. Dat is precies wat Jezus deed. Hij kwam de werken van de boze vernietigen. Ziekte, gebondenheid, armoede en elke andere vloek die door de zonde op aarde is gaan heersen, moet wijken voor de naam van Jezus. Wij hebben zijn rechtvaardigheid ontvangen uit genade en ook van ons wordt verwacht dat we de boze weerstaan, vast in het geloof. Dat betekent dat we de boze tegemoet treden in het volle besef dat hij zijn macht over ons heeft verloren. In Christus zijn we niet alleen rechtvaardig, maar ook meer dan overwinnaar. Wanneer we belijden dat Jezus onze rechtvaardigheid is en dat we de boze weerstaan in Zijn naam, zal de duivel van ons vlieden. In Christus zijn we geen partij voor hem, hij zal ons met rust moeten laten.
dinsdag 27 december 2011
Koel water voor dorstige kelen
“Een goed bericht uit een ver land is als koel water voor een dorstige keel.”
Tegenwoordig zijn afstanden geen probleem meer en nieuws is van over heel de wereld in seconden bij je. Maar in de tijd van Salomo was dat anders. Schepen voeren uit en kwamen maanden of soms jaren later pas terug. Het nieuws dat je kreeg was vaak al weken of maanden oud. Toch kan ook oud nieuws koel water zijn voor een dorstige keel. Het nieuws dat God de zonden van de wereld heeft weggedaan is oud nieuws. Maar voor wie er dorstig naar is betekent het eeuwig leven. Je kunt geen beter nieuws horen dan het nieuws over Gods liefde en genade. Geen oordeel of dreiging, geen zorgen of gebrek, maar leven en overvloed. Dit goede nieuws gaat de hele aarde rond en steeds opnieuw ontdekken mensen dat het hun dorst wegneemt. Help mee dit goede nieuws te verspreiden en breng koel water naar dorstige kelen.
maandag 26 december 2011
Niet het dak op
“Je kunt beter in een hoekje op het dak wonen dan in één huis met een vrouw die ruzie zoekt.”
God is liefde en Hij heeft de mens geschapen om liefde te ontvangen en te geven, in die volgorde. We ontvangen de liefde van God en geven liefde aan elkaar. Als je relatie met God onder druk komt te staan, gaat dat gevolgen krijgen voor je huisgenoten. Degenen die het dichtst bij je staan merken het eerst dat er in je hart iets niet goed gaat. Als er niets wordt veranderd gaat de relatie steeds verder achteruit. Je houdt het gewoon niet uit met iemand die steeds ruzie zoekt. De beste dienst die je elkaar kan bewijzen, is je relatie met God op peil houden. Aan God zal het niet liggen, Hij staat altijd klaar om je te omarmen en te troosten. Hij begrijpt je gevoelens en weet wat je nodig hebt. Laat je lekker door Hem verwennen, dat is toch veel beter dan een hutje op de hoek van het dak?
zondag 25 december 2011
Zwijgen uit liefde
“Zoals de noordenwind een striemende regen brengt, zo brengt geroddel woedende blikken.”
Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik uit boosheid vertel wat een ander me heeft aangedaan. Daarmee zet ik de ander in een kwaad daglicht en probeer ik mezelf te rechtvaardigen. Misschien lucht het even op, maar al snel weet je dat je dat niet had moeten doen en voel je je schuldig. Kwaadsprekerij is uit de boze en het maakt relaties stuk. Het levert woedende blikken op en brengt helemaal niets goeds voort. Er is iemand die alles van ons weet, zelfs onze gedachten kent Hij van verre. Als iemand iets over ons zou kunnen vertellen is Hij het, maar Hij zwijgt in zijn liefde. Al het kwade uit ons leven heeft Hij op zich genomen en weggedaan, zodat de boze ons niet langer kan aanklagen. Er is betaald voor elke zonde en elke schuld. Als wij kwaad spreken over anderen, vergeten we dat God de rechter is over allen en vrijspraak heeft uitgesproken. Zoals God genadig is geweest naar mij, zo mag ik het zijn naar anderen. Wanneer we leren zwijgen uit liefde, houden de boze blikken op en worden relaties hersteld.
zaterdag 24 december 2011
Gloeiende kolen
“Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, en de HEER zal je belonen.”
Paulus haalt deze tekst aan in de brief aan de Romeinen en voegt eraan toe: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Wanneer mensen je vijandig gezind zijn, kun je ze met liefde en goedheid raken. De vurige kolen op je hoofd zul je zeker gaan voelen en je zult er vanaf willen komen. Als Petrus door Jezus wordt gezegend met een boot vol vis, begint meteen zijn geweten te spreken. ‘Ga weg van mij, ik ben een zondig mens.’ Als God ons overlaadt met goedheid en zegen gebeurt hetzelfde. Gods barmhartigheid leidt tot boetvaardigheid. Het is Gods manier om de zonde in ons aan te pakken. Niet door straf, maar door liefde. Hij schenkt ons onverdiend vergeving en zegent ons overvloedig met het goede. De meest krachtige aanpak als je wilt dat je vijanden veranderen en je gaan liefhebben.
vrijdag 23 december 2011
Als je vijand honger heeft
“Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken.”
Wie zou dit ooit hebben bedacht? Je vijand te eten en te drinken geven? Hier zie je Gods hart voor de zondige mens. God wil geen oog om oog en tand om tand. Dat was de spiegel van het oude verbond, waardoor er geen verandering kwam, maar angst. Gods hart weet een betere manier om vijanden te raken, liefde en ontferming. Geef je vijanden te eten. Jezus zegt als Hij naar het kruis gaat om te sterven: ‘Eet, dit is mijn lichaam voor u.’ Achter elke vijandschap.’ zit honger naar echte liefde. Dorst naar echte vriendschap. Alleen God kent het hart van de mens. Daarom zegt Hij: ‘Geef je vijanden te eten en als ze dorst hebben te drinken.’ Zo stopt de spiraal van geweld op aarde. Zo wordt de vijand verslagen.
donderdag 22 december 2011
Zing niet voor iemand die bedroefd is
“Als je zingt voor iemand die bedroefd is, is het of je je ontkleedt op een koude dag, of azijn op loog giet.”
Een oud spreekwoord zegt: ‘In het huis van de gehangene, spreekt men niet over de galg.’ Hoe goed bedoeld ook, sommige manieren om iemand op te bouwen zijn ongepast. Zingen voor iemand die bedroefd is doet pijn. In veel gevallen is zwijgen beter dan spreken. Het feit dat je niets weet te zeggen, is vaak troostrijker dan de mooiste woorden. Jezus vertelde dat Hij de Trooster zou zenden, om altijd bij ons te zijn. En de Trooster wijst altijd naar Jezus. ‘Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen’, legde Jezus uit. Degene die weet wat er in een mensenhart omgaat, is de enige die kan troosten en bemoedigen. Hij gebruikt daarvoor mensen die op Hem zijn afgestemd. En wij moeten leren zwijgen als Hij zwijgt. Hij kan zonder woorden troosten, door gewoon aanwezig te zijn en te laten weten dat Hij het weet. De beste dienst die je iemand kan bewijzen is afgestemd zijn op Jezus en doen wat Hij je zegt.
woensdag 21 december 2011
Vertrouwen in nood
“Vertrouwen op een onbetrouwbaar mens in tijden van nood is als eten met een rottend gebit, lopen met een verzwikte enkel.”
Er zijn twee kleine woordjes die een mens onbetrouwbaar maken. Het zijn de woordjes ja en nee. Wie ja zegt en nee doet is onbetrouwbaar en andersom geldt hetzelfde. Het is misschien niet prettig om nee te zeggen als iemand je om een gunst vraagt, maar je bent wel betrouwbaar. Dat wordt toch hoger gewaardeerd dan ja zeggen en nee doen. Jezus leert de mensen in de bergrede om niet uit te gaan boven hetgeen ze hebben gezegd. ‘Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze.’ God heeft Zijn Woord gegeven en al Zijn beloftes betekenen: Ja. Hij heeft de verlossing aangekondigd en uitgevoerd. Hij heeft ons vrijgesproken en dus zijn we vrij. Daarom is er in tijden van nood geen betere hulp dan God. Al Zijn beloftes – hoeveel het er ook zijn – zijn altijd Ja en Amen in Christus. In tijden van nood staat Hij borg voor ons leven. Hij zal met de beproeving voor de uitkomst zorgen, zodat we ertegen bestand zijn.
dinsdag 20 december 2011
Een vals getuigenis
“Wie een vals getuigenis tegen een ander aflegt, is als een bijl, een zwaard, een scherpe pijl.”
Een bijl, een zwaard en een scherpe pijl zijn bedoeld om te verwonden. De woorden die erbij passen zijn hakken, steken, raken. Die woorden gebruiken we ook om aan te geven dat we pijnlijk zijn getroffen. ‘Het hakt erin’, zeggen we dan, of: ‘Dat steekt me. Dat raakt me diep.’ Valse getuigenissen raken ons diep. Je kunt je verweren, maar wie gelooft je? Het beste is ze te negeren en je aandacht op Jezus te richten. Ook Hij werd vals beschuldigd en op grond daarvan ter dood veroordeeld. Maar door Zijn dood behaalde Hij juist de grootste overwinning over de duivel en het kwade. Jezus liet zich treffen, Hij verdroeg de slagen en de striemen, de spot en de vernedering, omdat Hij iets beters met ons voor had. Omdat Hij zich liet vernederen, kan Hij ons verhogen en door Zijn striemen zijn wij genezen. Moeten we dan degenen dankbaar zijn die Hem vals hebben beschuldigd? Nee, we moeten dankbaar zijn aan Hem die dat alles heeft verdragen voor ons heil.
maandag 19 december 2011
Bezoek een vriend niet te vaak
“Bezoek een vriend alleen zo nu en dan, anders word je hem te veel en gaat hij je haten.”
Vriendschappen zijn mooi, maar ook kwetsbaar, ze kunnen stuk gaan. Wanneer je elkaar gaat irriteren, staat de vriendschap onder spanning. Gelukkig kunnen goede vriendschappen wel tegen een stootje, maar het advies van God is hier toch bijzonder. Bezoek elkaar niet te vaak. Wanneer ik dan denk aan mijn vriendschap met God, wordt het nog meer bijzonder dat Hij zegt: ‘Ik zal altijd bij je zijn.’ Dat betekent dat Hij er vertrouwen in heeft, dat Hij mij niet gaat vervelen, maar nog veel meer, dat Hij er vertrouwen in heeft dat ik Hem niet ga vervelen. Gods vriendschap is volmaakt. Hij geeft alles en verdraagt alles. Als menselijke vriendschappen verdwijnen, zal Gods vriendschap nog steeds bestaan. Zelfs als je vader of moeder je verlaten, God zal je nooit verlaten. Op Hem kun je altijd rekenen.
zondag 18 december 2011
Overeet je niet
“Als je honing hebt gevonden, eet dan niet meer dan goed voor je is, spaar je maag, anders braak je het uit.”
Honing is een beeld van Jezus en zijn goedheid, daar kun je toch niet teveel van nemen? Toch wel, want je voedsel moet afgestemd zijn op je behoefte. Er is een tijd voor melk en een tijd voor vast voedsel. Het hoort bij je geestelijke ontwikkeling om te eten, maar teveel eten leidt niet tot snellere groei. Je lichaam verzet zich tegen teveel eten en geestelijk is dat ook zo. God wil dat we nemen wat we vandaag nodig hebben, morgen is er weer nieuw. Het manna was er elke dag, maar slechts voor die ene dag, behalve bij de sabbat dan was er voor twee dagen. Gods gunstbewijzen zijn elke dag nieuw, net als de dauw. Vers voedsel is veel lekkerder dan oud. Eet zoveel, dat je ervan genieten kan, maar eet zo weinig dat je er weer naar verlangt zodra het verwerkt is. De voorraad is onbeperkt, dus er is altijd genoeg. Vandaag en ook morgen.
zaterdag 17 december 2011
Kalme woorden breken krachtige tegenstand
Spreuken 25:15
“Een heerser laat zich overtuigen door geduld, kalme woorden breken krachtige tegenstand.”
vrijdag 16 december 2011
Wolken zonder regen
Spreuken 25:14
“Wie prat gaat op een geschenk zonder waarde, is als wind en wolken zonder regen.”
donderdag 15 december 2011
Een betrouwbare bode
Spreuken 25:13
“Een betrouwbare bode is voor zijn opdrachtgever als een koele dronk tijdens de oogst: hij beurt hem op.”
woensdag 14 december 2011
Een luisterend oor
Spreuken 25:12
“Een wijze vermaning voor een luisterend oor is als een gouden ring, een sieraad van het zuiverste goud.”
dinsdag 13 december 2011
Het juiste woord
Spreuken 25:11
“Het juiste woord op de juiste tijd is als een gouden appel op een zilveren schaal.”
maandag 12 december 2011
Hij maakt je [niet] te schande
Spreuken 25:10
“Als hij dat te weten komt, word je zelf het slachtoffer: hij maakt je te schande.”
zondag 11 december 2011
Onthul geen geheimen
Spreuken 25:9
“Als je een rechtsgeding met iemand hebt, onthul dan geen geheimen van een ander.”
zaterdag 10 december 2011
Ik veroordeel je niet
Spreuken 25:8
“Als je denkt dat iemand iets misdaan heeft, sleep hem dan niet overijld voor het gerecht. Wat zou je moeten doen als hij je te schande maakt?”
vrijdag 9 december 2011
De eerste plaats
Spreuken 25:7
“Het is beter dat de koning je naar voren roept dan dat hij je plaats laat maken voor een edelman.”
donderdag 8 december 2011
Eer aan het Lam
Spreuken 25:6
“Gedraag je niet aanmatigend in aanwezigheid van de koning, ga niet op de plaats van een voornaam persoon staan.”
woensdag 7 december 2011
Geen goddelozen om te troon
Spreuken 25:5
“Als de koning zich ontdoet van goddelozen, schraagt gerechtigheid zijn troon.”
Van Gods troon wordt in Psalm 89 het volgende gezegd: “Uw troon rust op recht en gerechtigheid, liefde en waarheid staan in uw dienst.’ Recht en gerechtigheid spreekt over wet, maar liefde en waarheid over genade. Beide zijn rondom Gods troon in perfecte harmonie. Jezus verbindt die twee. Hij heeft ervoor gezorgd dat Gods recht en gerechtigheid, zijn liefde en waarheid niet hinderen ons lief te hebben. God heeft ons als koningen aangesteld om te heersen op aarde. Voor ons is het daarom ook belangrijk dat we geen goddeloze raadgevers toelaten. Gods recht en Gods genade zijn ons genoeg. Zijn gerechtigheid en Zijn genade maken ons succesvol in alles waarover we heersen (besluiten nemen), te beginnen bij ons eigen leven.
dinsdag 6 december 2011
Een mooie vaas
Spreuken 25:4
“Als het zilver van onzuiverheden is ontdaan, maakt de edelsmid een prachtige vaas.”
maandag 5 december 2011
Hoog als de hemel en diep als de zee
Spreuken 25:3
“Zo peilloos hoog als de hemel, zo peilloos diep als de aarde, zo peilloos is het hart van een koning.”
zondag 4 december 2011
Eer aan God
Spreuken 25:2
“Eer aan God, omdat hij dingen verbergt, eer aan de koning, omdat hij dingen onderzoekt.”
zaterdag 3 december 2011
Dienaren van koning Hizkia
Spreuken 25:1
“Hier volgen andere spreuken van Salomo, die de dienaren van koning Hizkia van Juda hebben gekopieerd.”
vrijdag 2 december 2011
Geen armoede bij God
Spreuken 24:34
“Armoede overvalt je als een struikrover, als een bandiet slaat gebrek je neer.”
donderdag 1 december 2011
Nog even blijven liggen
Spreuken 24:33
“Nog even dan? Nog even slapen, nog een beetje rusten, een ogenblik nog blijven liggen?”